Radboud UMC te Nijmegen | Impact van glycopyrroniumgebruik bij kinderen met hinderlijk speekselverlies

Radboud UMC te Nijmegen | Impact van glycopyrroniumgebruik bij kinderen met hinderlijk speekselverlies

Inmiddels is het Glycopyrroniumproject succesvol uitgevoerd door de onderzoekers van het Amalia Kinderziekenhuis; en er is er zelfs al een vervolgproject gestart. De uitkomsten van het eerste onderzoek lees je in de factsheet of hieronder:

Het gebruik van Glycopyrronium, bij kinderen met een neurologische aandoening die werden geëvalueerd en/of behandeld door het Saliva Control Team van het Radboudumc, kwam meer voor dan van tevoren verwacht.
Hoewel de ervaring is dat Glycopyrronium vaak toegepast wordt als ‘overbrugging’ of na het falen van andere behandelingen, bleek uit het onderzoek dat het medicijn bij veel kinderen als eerste behandeloptie werd toegepast, voorafgaand aan een verwijzing voor meer invasieve behandeling.

Glycopyrronium heeft de potentie om een grote impact te hebben op zowel praktische, sociale, als emotionele gevolgen van speekselverlies in het dagelijks leven en de fysieke en sociaal-emotionele gevolgen van posterior speekselverlies, hoewel dit niet bij alle kinderen gezien werd en deze uitkomstmaten niet voor alle kinderen van toepassing waren. Dit laat zien dat het belangrijk is om per individu te bepalen wat wordt gezien als een zinvolle verbetering, in plaats van het inzetten van een gestandaardiseerd meetinstrument. Het toepassen van een geïndividualiseerde uitkomstmaat zou verder kunnen bijdragen aan het bepalen van de waarde van Glycopyrronium ten opzichte van andere behandelopties.

Langdurig gebruik van de medicatie kwam regelmatig voor en leek goed getolereerd te worden, zolang op tijd ingegrepen werd bij het optreden van bijwerkingen om ernstigere symptomen te voorkomen. Het is lastig om risicofactoren te vinden voor het optreden van hinderlijke bijwerkingen en zo te voorspellen bij welke kinderen hier extra op gelet zou moeten worden. Dit benadrukt het belang van goede oudereducatie en monitoring bij het inzetten van dit medicijn.

Het onderzoeksteam wil In het vervolgonderzoek graag de doelgroep uitbreiden naar kinderen die niet binnen het Saliva Control Team bekend zijn. Deze kinderen, die Glycopyrronium voorgeschreven kregen binnen de eerste- of tweede lijn of in zorginstellingen, zijn binnen dit onderzoek waarschijnlijk deels gemist. Verder onderzoek bij deze groep zou het beeld over de algehele toepasbaarheid en inzetbaarheid van Glycopyrronium verder verduidelijken.
Binnen het vervolgproject worden de waarde en veiligheid van Glycopyrronium uitgebreider onderzocht bij kinderen met posterior speekselverlies.
De resultaten suggereren dat het medicijn een goed effect kan hebben op het welzijn van deze kinderen en het verminderen van luchtweginfecties en dat het indikken van speeksel/slijm niet bij alle kinderen voor problemen zorgt.
Binnen het eerste onderzoek was de groep kinderen echter te klein om aan deze resultaten sterke conclusies te verbinden. Daarnaast is het erg belangrijk om de toepasbaarheid van de MP Saliva Control verder te onderzoeken en de uitkomstmaat waar mogelijk ook te valideren, om een verdere evidence-based implementatie van dit instrument bij verschillende behandelingen voor speekselverlies mogelijk te maken.

Samenvattend kan op basis van het (aanvullende) uitgevoerde onderzoek het volgende worden geconcludeerd:

Het gebruik van glycopyrronium, bij kinderen met een neurologische aandoening die werden geëvalueerd en/of behandeld door het saliva control team van het Radboudumc, kwam meer voor dan van tevoren verwacht. Hoewel de ervaring is dat glycopyrronium in ons centrum vaak toegepast wordt als ‘overbrugging’ of na het falen van andere behandelingen, bleek uit het onderzoek dat het medicijn bij veel kinderen als eerste behandeloptie werd toegepast, voorafgaand aan een verwijzing voor meer invasieve behandeling.

Glycopyrronium heeft de potentie om een grote impact te hebben op zowel praktische, sociale, als emotionele gevolgen van speekselverlies in het dagelijks leven en de fysieke en sociaal-emotionele gevolgen van posterior speekselverlies, hoewel dit niet bij alle kinderen gezien werd en deze uitkomstmaten niet voor alle kinderen van toepassing waren. Dit laat wederom zien dat het belangrijk is om per individu te bepalen wat wordt gezien als een zinvolle verbetering, in plaats van het inzetten van een gestandaardiseerd meetinstrument. Het toepassen van een geïndividualiseerde uitkomstmaat zou verder kunnen bijdragen aan het bepalen van de waarde van glycopyrronium ten opzichte van andere behandelopties.

Langdurig gebruik van de medicatie kwam regelmatig voor en leek goed getolereerd te worden, zolang op tijd ingegrepen werd bij het optreden van bijwerkingen om ernstigere symptomen te voorkomen. Het is lastig om risicofactoren te vinden voor het optreden van hinderlijke bijwerkingen en zo te voorspellen bij welke kinderen hier extra op gelet zou moeten worden. Dit benadrukt het belang van goede oudereducatie en monitoring bij het inzetten van dit medicijn.

In een eventueel vervolgproject zou de onderzoeksgroep graag de doelgroep uitbreiden naar kinderen die niet binnen het saliva control team bekend zijn.
De kinderen, die glycopyrronium voorgeschreven kregen binnen de eerste- of tweede lijn of in zorginstellingen, zijn binnen dit onderzoek waarschijnlijk deels gemist. Verder onderzoek bij deze groep zou het beeld over de algehele toepasbaarheid en inzetbaarheid van glycopyrronium verder verduidelijken.
Bovendien willen de onderzoekers de waarde en veiligheid van glycopyrronium graag uitgebreider onderzoeken bij kinderen met posterior speekselverlies.
De resultaten suggereren dat het medicijn een goed effect kan hebben op het welzijn van deze kinderen en het verminderen van luchtweginfecties, en dat het indikken van speeksel/ slijm niet bij alle kinderen voor problemen zorgt.
Binnen het huidige onderzoek was de groep kinderen echter te klein om aan deze resultaten sterke conclusies te verbinden. Daarnaast lijkt het erg belangrijk om de toepasbaarheid van de MPSsaliva control verder te onderzoeken en de uitkomstmaat waar mogelijk ook te valideren, om een verdere evidence-based implementatie van dit instrument bij verschillende behandelingen voor speekselverlies mogelijk te maken.

Bijdrage JKF Kinderfonds samen met Kinderrevalidatiefonds Adriaanstichting voor beide onderzoeksprojecten € 49.000

Related Articles